´Van de Apocalyps zijn we net zo ver verwijderd als van het paradijs´
De hedendaagse Duitse filosoof Peter Trawny geniet vooral bekendheid als uitgever van de Schwarze Hefte van Heidegger, minder bekend is echter dat hij gestaag aan de bouw van een eigen filosofie werkt. Tijdens deze cursus richten we onze blik op de denkweg van Trawny en dan vooral op zijn belangrijkste boek tot nu toe Technik Kapital Medium. Das Universale und die Freiheit (2015), waarin ons een inzicht wordt geboden in de wereld waarin we leven. Trawny richt zijn kritische pijlen vooral op de heersende vooronderstelling dat de wereld altijd een mogelijke wereld is en dus ook anders zou kunnen uitzien. In het licht van deze vooronderstelling wordt de mens begrepen als een wezen dat de vrijheid bezit om zich niet bij het bestaande neer te leggen en daarom de gegeven wereld steeds kan veranderen. Trawny gaat in zijn werk van precies het tegenovergestelde standpunt uit: ‘Er bestaan geen mogelijke werelden. Wat is, is noodzakelijk zoals het is’ (p. 9). De wereld waarin we leven is de absolute mogelijkheid en daarmee ook de noodzakelijke mogelijkheid. Deze noodzakelijke wereld noemt Trawny de wereld van techniek, kapitaal en medium (TKM). Maar wat betekent dit voor de menselijke vrijheid? Kan Trawny vrijheid überhaupt nog wel denken? Bestaat er überhaupt voor ons de mogelijkheid om toch op de een of andere manier aan de wereld van TKM te ontsnappen? Opvallend genoeg noemt Trawny zijn boek over TKM een ‘traktaat over de vrijheid’ (p. 10), waarin hij probeert de integratie van het geëmancipeerde subject in de wereld van TKM te begrijpen. In de eerste plaats gaat het hier om een vorm van vrijheid die verbonden is met fenomenen als genot en consumentisme en toekomt aan een subject dat volledig in de wereld van TKM is geïntegreerd. Doch deze vrijheid van de consument of de vrijheid TKM heeft zeker niet het laatste woord in Trawny’s verhaal, want er bestaat ook een vorm van vrijheid die het ons mogelijk maakt om tijdelijk te ontkomen aan de greep van TKM en die wordt omschreven als de vrijheid van de intimiteit. Een centraal begrip in het denken van Trawny is intimiteit en tijdens de cursus moet duidelijk worden wat hieronder wordt verstaan en in hoeverre juist de momenten van intimiteit een tijdelijke opening of uitweg bieden. Trawny onderscheidt echter behalve de vrijheid TKM en de intieme vrijheid nog een derde vorm van vrijheid, door hem aangeduid als ‘de laatste en hoogste van deze vrijheden’ (p. 10) en dat is de vrijheid van het onmogelijke. Als TKM de absolute mogelijkheid en alle mogelijkheden is dan is dat wat erbuiten valt de onmogelijkheid. Op de vraag hoe het onmogelijke vrij kan zijn, kan volgens Trawny uitsluitend antwoord worden gegeven door de filosofie, doch niet door iedere willekeurige vorm van filosofie. Het traktaat over de vrijheid blijkt ook een oproep te zijn tot de ontwikkeling van een niet-academische filosofie van de desintegratie, dat wil zeggen een filosofie van het onmogelijke.
De cursus zal de vorm van een drietrapsraket aannemen: in de eerste plaats wordt aandacht besteed aan de wereld TKM als de absolute en noodzakelijke mogelijkheid, in de tweede plaats wordt getoond in hoeverre de intimiteit c. q. de intieme vrijheid toch een opening kan bieden en ten slotte worden de contouren geschetst van de filosofie van de desintegratie (niet-geïntegreerd in TKM) als een denken van het onmogelijke.