Als Nietzsche in ‘De vrolijke wetenschap’ de dood van God verkondigt, veroorzaakt hij een beving in de filosofie waarvan de naschokken tot op heden nog duidelijk voelbaar zijn. Door deze ‘grootse gebeurtenis’, die haar schaduwen nog steeds over het Avondland werpt, is het aangezicht van de filosofie weliswaar definitief veranderd, maar tegelijkertijd worden filosofen niet moe te vragen wat er nu eigenlijk veranderd is. Wordt met de dood van God ieder godsbegrip naar het rijk der fabelen verwezen? Als zelfverklaard liefhebber van raadsels gaat het Nietzsche eerst en vooral om de ernst van het raadsel en niet om gemakkelijke antwoorden.
In deze cursus wordt geprobeerd enig licht te brengen in het raadsel van de dood van God, doch niet door Nietzsche zelf als onze leidsman te kiezen, maar filosofen die de handschoen hebben opgepakt en hun eigen licht hebben laten schijnen over deze ongekende en grootse gebeurtenis. Geïnspireerd door Nietzsche maken deze denkers ons deelgenoot van hun geheel eigen weg.
Zo zal Martin Heidegger een van de denkers zijn die ons pad kruisen, waarbij onze bijzondere aandacht uitgaat naar zijn essay ‘Nietzsches Wort “Gott ist tot” ‘ (1943) uit de bundel Holzwege. Duidelijk moet worden dat Heidegger de dood van God vooral leest in het licht van het einde van de metafysica in haar gedaante van een onto-theologie, dat wil zeggen een manier van denken waarin steeds op zoek wordt gegaan naar absolute fundamenten. Ook gaan we in onze zoektocht te rade bij Karl Jaspers en dan met name zijn boek Nietzsche und das Christentum (1946), waarin Nietzsche wordt opgevoerd als een denker die gebruikmaakt van het christendom omwille van een ervaring die daarboven uitgaat. Het meest recente boek over het raadsel van de dood van God komt van de hand van Peter Sloterdijk, die in 2017 zijn werk Nach Gott publiceerde. Centraal in dit werk staat onder andere de vraag wat de dood van God betekent voor de huidige tijd, waarin de wetenschap steeds meer de toon lijkt te zetten. Maar misschien staan ook de milieucrisis en het toenemende politieke en terroristische geweld wel in een bepaalde relatie tot deze gebeurtenis? Een naam die bij het grote publiek waarschijnlijk geen belletje doet rinkelen, is die van de toonaangevende hedendaagse Italiaanse filosoof Emanuele Severino, die zich in zijn eigenzinnige oeuvre ook over het raadsel van de dood van God heeft gebogen. De kerngedachte van Severino luidt dat zijn nooit besmet kan zijn met niet-zijn en daarom eeuwig is. Maar wat betekent het gebeuren van de dood van God in een universum waarin alles – zelfs het meest nietige zijnde – eeuwig is? Tot slot wordt aandacht besteed aan de omstreden Franse denker Georges Bataille, die in zijn werk juist probeert om de lege plaats te denken die door God is achtergelaten, vooral in een uitermate merkwaardig boek als L’ expérience intérieure (1943) wordt geprobeerd iets van die ervaring van leegte voelbaar te maken.