In de Kritik der reinen Vernunft omschrijft Immanuel Kant zijn kritische filosofie als de copernicaanse wending in het denken: niet langer richten wij mensen ons naar de werkelijkheid, maar voortaan richt de werkelijkheid zich naar ons. Met deze gevleugelde woorden staan we aan de wieg van een nieuw paradigma dat volgens de Franse filosoof Quentin Meillassoux tot op de dag van vandaag heerst in de filosofie. Als ware erfgenamen van Kant delen de filosofen de overtuiging dat het onmogelijk is kennis te verwerven van de werkelijkheid op zichzelf.
Dit heersende filosofische verhaal laat zich echter niet verenigen met de ontwikkelingen in de wetenschappen, waarin uitspraken worden gedaan over het ontstaan van het heelal, het ontstaan van de aarde, het ontstaan van de eerste levensvorm. In zulke uitspraken gaat het om de wereld lang voordat er sprake was van denken. Wil de filosofie rekenschap kunnen afleggen van zulke uitspraken over de wereld op zichzelf dan zal ze het keurslijf van het correlationisme moeten afleggen en de mogelijkheid van een opening naar het speculatief realisme of materialisme serieus moeten onderzoeken. Alleen vanuit een realistisch standpunt kunnen de filosofie en de wetenschappen weer naar elkaar toegroeien.
Deze cursus behandelt belangrijke vertegenwoordigers van het hedendaags realisme: de Fransman Quentin Meillassoux, de Amerikaan Graham Harman en de Duitse Markus Gabriel die elk op hun eigen manier breken met het heersende filosofische paradigma.