In 1988 vierde de Russisch-orthodoxe kerk haar duizendjarig bestaan; in 988 had grootvorst Vladimir, absoluut heerser in Kiev, in de eerste hoofdstad van het oude Rusland, van het Kievskaja Roesj, zich aangesloten bij de op dat moment geldende oikumene, bij de bewoonde en beschaafde wereld, en de vorst liet vervolgens zijn volk door de Dnjepr waden, waarvoor hij later als een van de eerste Russen heilig verklaard werd.
Vóór dat tijdstip had er reeds een bijna duizendjarige christelijke periode bestaan; beide perioden zijn voor de Russisch-orthodoxe christenen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een verklaring daarvoor ligt deels in de onvoorwaardelijke manier waarop de vroege Russen het christendom vanuit Byzantium hebben overgenomen c.q. opgedrongen gekregen, maar deels zeker ook in de eerbied van de latere Russen voor de tradities die vooral in de liturgie – de liederen, de gebeden en de ceremoniën die samen de eredienst vormen – tot uiting komen. Ook iconen worden door de gemiddelde Rus met veel eerbied bejegend.
Iconen vormen een wezenlijk bestanddeel van het orthodox-christelijke geloof en de icoon zal door velen voornamelijk als religieuze uiting opgevat worden; voor de moderne beschouwer echter is de icoon ook, mogelijk zelfs vooral, een artistieke uiting, zij het dan dat die uiting nooit volledig losstaand van de orthodoxie gezien en begrepen kan worden. Ook bij een niet-religieuze beschouwer wordt de esthetische waardering voor een icoon rijker wanneer hij aan de hand van feitelijke informatie het beschouwde werk breder en dieper kan duiden – kennis slijpt emotie.
Vanwege die twee belangrijke momenten – het belang van de kerstening van Rusland vanuit het christelijk-orthodoxe Byzantium en het belang van de icoon als religieuze uiting binnen de Russische orthodoxie – ligt het in de rede lezingen over in het bijzonder Russische iconen te beginnen met een historische schets van de opkomst van het christendom in het Oost-Romeinse rijk en van de relatie tussen Byzantium en het oude Rusland van Kiev en Moskou.
Aan de hand van de geschiedenis van het eerste Rome (Rome), het tweede Rome (Byzantium) en het derde Rome (Moskou) en van enkele daarbij behorende iconen en muurschilderingen in Russische kerken en paleizen, wordt een poging ondernomen duidelijk te maken waarom er nooit een vierde Rome zal zijn (dat schreef toch de Russische monnik Filofej).
Dat alles komt samen in de meest recente redevoeringen van de huidige Russische president Poetin, waarin hij verklaart waarom de Krim een onlosmakelijk onderdeel van Rusland is.