Interieurgeschiedenis deel II
Minicursus over interieurs uit de 20e eeuw voor de tweede wereldoorlog
Deze cursus geeft een overzicht van de ontwikkeling van de interieurarchitectuur en inrichting in de
de 20e eeuw voor de tweede wereldoorlog. De industriële revolutie, het imperialisme en de
decoratieve stijlen van de 19e eeuw zijn belangrijk voor de interieurs in de 20e eeuw. In geheel
Europa ontstaan als reactie hierop regionale varianten van een vernieuwing, zoals de Art Nouveau
en de Jugendstil. In Engeland is de Arts and Crafts beweging, met William Morris, hier een voorloper
van. Niet alleen heeft deze beweging invloed op Berlage. Er is via de Schot Charles Rennie
Mackintosh , de Wiener Sezession en Rietveld een lijn te trekken naar het ontstaan van Bauhaus.
Circa 1925 verschijnen de buisframe meubelen in de interieurs. Walter Gropius, Mies van der Rohe
en le Corbusier zijn hier toonaangevend. Veel van deze meubelen zullen herkend worden als de
“designklassiekers” van nu. De cursus schetst aan de hand van veel voorbeelden duidelijke
verbanden. Ook de Amsterdamse School en de Art Deco worden behandeld.
Minicursus 3 x 2 uur Eventueel in combinatie met excursie naar Art Nouveau en Art Deco interieurs
in Brussel
Deze cursus is het tweede deel van de Leergang Interieurgeschiedenis, maar kan ook goed los
gevolgd worden.
Interieurgeschiedenis I / 17e, 18e, 19e eeuwse interieurs
Interieurgeschiedenis III / Interieurs van de 20 eeuw na W.O.II
Drs. Ineke J.W. Beeling, afkomstig uit een familie van antiquairs, studeerde kunstgeschiedenis in Leiden. Zij is gespecialiseerd in de decoratieve kunsten en historische interieurs. Zij was museumdirecteur, – conservator.
Tevens is zij opgeleid tot interieurvormgever in Londen. Met haar bedrijf Beeling Interiors richt zij interieurs voor monumenten in.