De periode na WO II
De geschiedenis van de tweede helft van de twintigste eeuw valt grotendeels samen met ons persoonlijk leven. Veel fragmenten van deze ‘herinneringsgeschiedenis’ staan in ons geheugen gegrift, zoals gebeurtenissen uit de Koude Oorlog, de roerige Jaren Zestig, Val van de Muur, en zeker ook het apocalyptisch einde van het tijdperk, 11 september 2001. Juist omdat we er zelf deel van uitmaakten, is duiding van dit alles soms moeilijk. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de westerse cultuur in deze periode (en van de interieur-trends, als onderdeel daarvan), die natuurlijk niet los te zien is van de grote historische gebeurtenissen.
Zo heeft bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog een grote invloed gehad op de naoorlogse interieurs. Schaarste in woningen, meubilair en grondstoffen gaf nieuwe impulsen en uitdagingen. Dit resulteerde in vernieuwingen op het gebied van sociale woningbouw, serieproductie etc. Technieken en materialen die voor de oorlogsindustrie ontwikkeld waren vonden hun weg naar de meubelproductie. Zo was het fiberglas in de eerste stoelen van Eames in de oorlog toegepast in de radarkoppen van vliegtuigen.
De tweede helft van de 2oe eeuw is bij uitstek de periode van de kunststoffen zoals te zien is bij ontwerpers als Charles en Ray Eames en Werner Panton. Ook aan de orde komen bijvoorbeeld Arne Jacobson en de Memphis groep in de jaren ’80 door Ettore Sottsas opgericht.