Sterrenkundigen hebben in de afgelopen driehonderd jaar solide kennis opgebouwd over sterren, planeten, sterrenstelsels en de opbouw van het heelal. Vooral in de afgelopen decennia is deze kennis explosief gegroeid door de inzet van ruimtetelescopen, reuzentelescopen op aarde en supercomputers. Dat neemt niet weg dat astronomen ook kampen met enkele intrigerende kosmische mysteries waarvoor nog steeds geen oplossing is gevonden. Zo moet het heelal veel meer materie bevatten dan met telescopen te zien is.
Nog mysterieuzer dan deze zogeheten donkere materie is de donkere energie die het heelal versneld doet uitdijen. Samen maken donkere materie en donkere energie 95% uit van het ‘spul’ waaruit het heelal is samengesteld, maar hun ware aard is, ondanks jarenlang intensief speuren, nog steeds onbekend. Ook kunnen kosmologen niet verklaren waarom er überhaupt materie voorkomt in het heelal – en wij dus in feite bestaan – want volgens gangbare theorieën zou het universum alleen uit ruimte en straling moeten bestaan. Verder onttrekt zich de oerknal zelf, de geboorte van het heelal 13,8 miljard jaar geleden, aan onze waarneming en is onbekend wat er zich toen precies afspeelde.
Tot slot is er onenigheid onder sterrenkundigen over de vraag hoe snel het heelal precies uitdijt. Twee beproefde meettechnieken leiden tot twee verschillende resultaten, terwijl niemand hiervoor een plausibele verklaring heeft. Ook al zijn er geen antwoorden, het denken over deze kosmische raadsels staat niet stil. In de cursus maken we kennis met de sterrenkundige discussie over deze mysteries.