De twintigste eeuw was een boeiende eeuw voor de kunst met veel stijlen en stromingen.
In de jaren 10 en 20 werd het modernisme ingezet met Marcel Duchamp , Mondriaan en Malewich.
In de jaren 50 en 60 volgden de minimal-art, de hard egde painting, de primary structures en de conceptuele kunst.
Maar er waren ook andere stijlen en stromingen. Het expressionisme dat rond 1910 zowel in Duitsland (Brucke en Blaue Reiter) als in Frankrijk (Fauvisme) begon en heftig terugkwam na de tweede wereldoorlog met Abstract expressionisme, actionpainting, colorfield painting, tachisme, art Informel, materieschilderkunst en CoBrA.
In de jaren 80 ontstond zelfs een derde expressieve opleving met de Nieuwe Wilden in Duitsland en de nieuwe Italianen. Ook nu blijkt het expressionisme niet dood. Kunstenaars als Marlene Dumas en luc Tuymans laten zien dat de picturale schilderkunst nog steeds actueel is.
In het postmodernisme van de jaren 80 ontstond een opleving van de schilderkunst maar ook het modernisme werd op speelse wijze in de postmoderne beeldende kunst opgenomen. Dat leverde een bijzondere mix van beelden op. Kunstenaars als Martin Kippenberger en Gerand Richter schilderden zowel abstract als figuratief. Hun werk was de ene keer conceptueel, de ander keer narratief van opzet.
Engagement is een van de belangrijke sleutelbegrippen in de hedendaagse kunst.. Veel hedendaagse kunstenaars maken werk dat inhoudelijk verwijst naar maatschappelijke thema’s.
Een ander belangrijk begrip in de actuele kunst is globalisering. In de recente ontwikkelingen van het internet ligt de wereld aan onze voeten. Grenzen vervagen en culturele kruisbestuiving is aan de orde van de dag. We zullen werken bekijken van hedendaagse kunstenaars waarbij verschillende culturen worden samengebracht. Dat levert spectaculaire beelden op van Chinese kunstenaars als Ai Weiwei, Sui Jianquo, Liang Shaoy en Cai Quo Qiang.
Daarnaast is het contemplatieve werk van bijvoorbeeld Anish Kapoor en wolfgang Laib interessant. Tot slot is er nog aandacht voor de foto’s van Sherin Neshat en de beelden van Yinka Shinibare.
In de twintigste eeuw zien we het onderscheid tussen twee en driedimensionaal vervagen. Men maakt geen beelden meer, maar constructies en installaties. Ook doet daarbij de nieuwe media zijn intrede. Beeldende kunst zoekt relaties met de andere kunsten. Muziek en geluid worden net als veel andere theatrale aspecten opgenomen in een nieuwe beeldtaal.
Vooral de fotografie is een volwassen beeldend medium geworden. Met voorbeelden zullen we bekijken welke aspecten bij een foto als kunstwerk van belang zijn.
Er zijn voorbeelden van beeldend kunstenaars die in hun werk van verschillende van bovenstaande begrippen gebruik maken. Ai Wei Wei bijvoorbeeld is politiek geëngageerd. Is sterk gericht op globalisering, predikt een vorm van postmoderne stijlloosheid. Hij maakt in zijn werk gebruik van moderne nieuwe media. Bovendien heeft zijn werk met een sterk conceptuele inslag.