De violist Nigel Kennedy citerend: ‘(Klassieke) muziek is te mooi om alleen door kenners en ingewijden te worden beluisterd.’ Naar muziek luisteren kan iedereen, maar kenners en ingewijden horen meer? Ik vraag me af of die kloof wel zo groot is als die vaak wordt voorgesteld.
Een voorbeeld: veel muziek heeft een tel. Iedereen kan die tel horen (denk aan dansen). Wat doet een componist met die tel? Zeker meer dan alleen maar tellen. En een componist wil ook dat hoe hij of zij met die tel omgaat, wordt gehoord. Sterker nog: dat is ook te horen!
Een tweede voorbeeld. Hindemith citerend: ‘We hebben maar twaalf (verschillende) tonen, daar moeten we zuinig op zijn.’ Als er maar zo weinig tonen zijn, hoe combineert een componist deze in zijn werk dan zodanig dat we niet al na een minuut ‘uitgeluisterd’ zijn? Daar zijn allerlei manieren voor, zelfs teveel om in één cursus te behandelen. Wij beluisteren de meest toegepaste.
Kern van deze cursus zijn de composities (of fragmenten) die aan de piano worden gespeeld. Vanuit verschillende invalshoeken duiken we samen in wat er allemaal – en door iedereen – te horen is. Een woord kan daarbij van pas komen om wat we horen te beschrijven (zoals in het bovenstaande voorbeeld ’tel’ en ’toon’).
Om deel te nemen aan deze cursus is het niet nodig dat u een instrument bespeelt of zanglessen heeft gevolgd (al mag dat wel). Graag luisteren naar muziek is voldoende: het doel van de cursus is door méér te horen het plezier in het beluisteren van muziek te vergroten.