Iedere zaal van een schilderijmuseum laat de bezoeker beseffen hoe enorm groot de invloed van de antieke mythologie altijd is geweest. Hoe vaak is bijvoorbeeld niet afgebeeld hoe het frêle prinsesje Europa door oppergod Zeus in de gedaante van een stier uit Phoenicië naar Kreta werd ontvoerd om daar de stammoeder van de Europeanen te worden? Het verhalengoed dat telkens weer werd uitgebeeld is bijna onuitputtelijk: het Parisoordeel, het Trojaanse paard, de zwerftocht van Odysseus, de twaalf werken van Herakles, de Amazonen, Orpheus en Eurydice, koning Midas met de ezelsoren, Persephone door Hades meegesleurd naar de onderwereld, Oidipous die met zijn moeder trouwde.
Het Griekse woord mythos betekent woord of verhaal. Telkens weer werden de aloude verhalen doorverteld en aangepast aan de behoeften van verteller en gehoor. Sommigen probeerden de oude mythen te rationaliseren: Europa was ‘gewoon’ door Griekse zeevaarders gekidnapt of zij ging gewillig mee met haar minnaar die de achternaam Stier had.
In deze cursus van 5 colleges halen we kennis van de belangrijkste Griekse mythen op en gaan na hoe ze in de antieke en de latere westerse beeldende kunst op zeer uiteenlopende wijzen zijn geïnterpreteerd.