Het verhalengoed dat telkens weer werd uitgebeeld en literair bewerkt is schier onuitputtelijk: het Parisoordeel, het Trojaanse paard, de zwerftocht van Odysseus, de twaalf werken van Herakles, de Amazonen, Orpheus en Eurydike, koning Midas met de ezelsoren, Persephone door Hades meegesleurd naar de onderwereld, Oidipous die met zijn moeder trouwde.
Het Griekse woord mythos betekent woord of verhaal. Telkens weer werden de aloude verhalen doorverteld en aangepast aan de behoeften van verteller en gehoor. Sommigen probeerden de oude mythen te rationaliseren: Europa was ‘gewoon’ door Griekse zeevaarders gekidnapt of zij ging gewillig mee met haar minnaar die de achternaam Stier had.
In deze cursus van 5 colleges halen we onze kennis van de belangrijkste Griekse mythen op en gaan we na hoe ze in de antieke en de latere westerse beeldende kunst op zeer uiteenlopende wijzen zijn geïnterpreteerd.
De syllabus is beknopt. Het heeft namelijk weinig zin de mythen uit te schrijven; ze zijn te vinden zijn in allerlei naslagwerken en op Wikipedia – in de Engelse versies meestal uitgebreider dan onder de Nederlandse lemmata. Het is raadzaam kennis te nemen van de inhoud van de mythe(n) die per college aan de orde komen. In elk college worden de hoofdpunten van het verhaal gevolgd en rijkelijk voorzien van beelden en vertaalde tekstfragmenten. Dit zijn de te behandelen mythen per college:
Persephone (Proserpina) en Demeter (Ceres), Phaëton, Arachne, Europa, Kadmos
Theseus, de held van Athene met: Ariadne, Daidalos en Ikaros, Amazones, Phaidra, Hippolytos
De onverlaten: Tityos, Tantalos en Sisyphos, Ixion, Danaïden, Prometheus en Epimetheus, Pandora
De verliezers: Oidipous, Antigone, Orpheus en Eurydike
Herakles (Hercules)